Betrokkenen van pesten bij elkaar brengen of juist niet?

Preventie is de beste aanpak tegen pesten. Helaas kunnen we het toch niet altijd voorkomen. Als het zich dan toch voordoet, wat kan je dan het beste doen? Breng je de betrokken leerlingen bij elkaar of juist niet? Vaak worden de pestende leerling en gepeste leerling te snel bij elkaar gebracht, waardoor het niet de gewenste resultaten oplevert. Wanneer breng je deze leerlingen bij elkaar en wanneer liever niet? Welke voorwaarden zitten daar aan? Ik heb een artikel geschreven waarin ik deze vragen beantwoord vanuit Restorative Practices (Herstelgericht werken). Lees het hier:

Introductie

Dit artikel gaat over reageren op pestgedrag. Uit een Engels onderzoek blijkt dat 92 procent van de scholen straffen en vergelding gebruikt om pesten op te lossen (Thompson & Smith, in Rigby, 2014). Deze bestraffende aanpak komt niet overeen met de benadering
vanuit herstelgericht werken. Bij herstelgericht werken wordt pesten uitgelegd als een relationeel probleem, een kwestie binnen de gemeenschap van de school (Wachtel, 2012; Smull, 2015).

Herstelgericht werken helpt bij het versterken van relaties en gemeenschap, wat helpt om pesten te voorkomen. Maar wat kan er gedaan worden wanneer pesten zich toch voordoet?

In dit artikel wordt ingegaan op het vraagstuk of dader en slachtoffer bij elkaar zouden moeten worden gebracht om het pesten op te lossen.


Herstel cirkels

Volgens Wachtel (2012), kan pesten het beste worden benaderd met een herstelcirkel. Iedereen die betrokken is bij het pesten of geraakt is door het pesten wordt bij elkaar gebracht in een cirkel. Bijvoorbeeld, leerlingen, leerkrachten en eventueel ouders. Er wordt een veilige omgeving gecreëerd waar alle deelnemers openlijk kunnen spreken over de manier waarop zij geraakt zijn door het pesten. De deelnemers krijgen begrip en steun van elkaar. De pesters worden geconfronteerd met de emotionele schade die hun gedrag veroorzaakt heeft. Ze krijgen de kans om de schade te herstellen en het slachtoffer te verzekeren dat verdere schade zal stoppen. De daders worden vervolgens gere-integreerd in de gemeenschap.


Bezwaren tegen een ontmoeting tussen dader en slachtoffer

In tegenstelling tot Wachtel (2012) worden face-to-face ontmoetingen tussen dader en slachtoffer van pesten juist afgeraden door trainers van het Olweus Bullying Prevention Program (OBPP) (Molnar-Main, et al., 2014). Een kenmerk van pesten is het machtsverschil tussen de dader en het slachtoffer. Daarom wordt pesten beschouwd als een vorm van misbruik en niet als een conflict tussen gelijken. Dit is een van de redenen dat persoonlijke ontmoetingen niet worden aanbevolen. Een andere reden is dat de pesterijen kunnen toenemen wanneer de ontmoetingen niet goed gefaciliteerd worden (Molnar-Main, et al., 2014). Onjuist gefaciliteerde face-to-face ontmoetingen kunnen mogelijk het machtsverschil versterken. Deze effecten kunnen het slachtoffer verder isoleren en verdere schade toebrengen (Molnar Main, et al., 2014).

Net als Molnar-Main et al. (2014) legt Patricia (in Wachtel, 2013) de nadruk op het machtsverschil bij pesten en beschouwt daarom pesten als misbruik en niet als een conflict. Ze legt uit dat het bij elkaar brengen van dader en slachtoffer niet de eerste stap zou moeten zijn in het oplossen van pesten. Beter kunnen er eerst acties worden ondernomen om het zelfvertrouwen van het slachtoffer te versterken en empathie op te bouwen bij de persoon die de schade veroorzaakt heeft (Patricia, in Wachtel, 2013).

Rush (2014) maakt zich zorgen over het feit dat volwassenen soms de neiging hebben om leerlingen te snel bij elkaar te brengen. Er wordt aan de leerlingen gevraagd om het direct goed te maken en elkaar de hand te schudden of om juist uit elkaars buurt te blijven.

Rush (2014) legt uit dat docenten en begeleiders eerst moeten nadenken over de wenselijkheid om de leerlingen bij elkaar te brengen. Elke situatie is uniek, daarom zegt Rush (2014) niet dat de leerlingen altijd of nooit face-to-face bij elkaar moeten worden gebracht. Docenten en begeleiders zullen elke situatie apart moeten bekijken. Om te bepalen of een ontmoeting wenselijk is, zijn individuele gesprekken cruciaal. Deze gesprekken zijn nodig om erachter te komen wat er precies is gebeurd en om te weten te komen wat het slachtoffer zelf zou willen. Wil het slachtoffer een persoonlijke ontmoeting of niet? Het slachtoffer moet het gevoel hebben dat dit zijn of haar eigen beslissing is en zich gesteund voelen in deze beslissing (Rush, 2014). Rush (2014) gelooft dat face-to-face conferenties effectief kunnen zijn bij het oplossen van pesten. Dit moet op de juiste manier worden onderzocht met de mensen die het meest betrokken zijn bij de situatie. Daarnaast moet een ontmoeting goed worden voorbereid.

Molnar-Main et al. (2014) stellen dat een persoonlijke ontmoeting de mogelijkheid geeft om iedereen zijn verhaal te laten doen, om de daders verantwoordelijk te stellen voor de schade die zij hebben aangericht en om hen te helpen re-integreren binnen de groep. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een persoonlijke ontmoeting, moet dit een bewuste keuze zijn en aan een aantal eisen voldoen (Molnar-Main, et al., 2014). Rush (in Molnar-Main, 2014) vermeldt expliciet dat er geen schade mag worden aangericht. Een onderzoek van Davis en Nixon (in Molnar-Main, et al., 2014) laat zien dat in 27 procent van de gemelde pestgevallen de pesten erger is geworden. Daarom zijn bepaalde voorwaarden onmisbaar.

Een vereiste is dat zowel het slachtoffer als de dader bij de persoonlijke ontmoeting betrokken willen worden. Daarnaast is de dader zich bewust van de schade die hij of zij het slachtoffer heeft aangedaan. De behoeften van het slachtoffer staan gedurende het hele proces voorop. Ook de behoeften van de dader hebben prioriteit (Molnar-Main, et al., 2014). Kinderen mogen nooit gedwongen worden om een persoonlijke ontmoeting te hebben. Om de wensen en behoeften van beide partijen te achterhalen zijn één-op-één gesprekken cruciaal. Verder krijgen beide partijen de mogelijkheid om ondersteunende personen mee te nemen naar de bijeenkomst. Beide partijen nemen deel aan afzonderlijke voorbereidende bijeenkomsten waar zij worden geïnformeerd over de procedure van de conferentie. Het is belangrijk dat de school al gebruik maakt van herstelgericht werken en dat de gespreksleider van de conferentie en de voorbereidingsbijeenkomsten getraind is in herstelconferenties. Rush (2014) beveelt aan om het conference facilitator’s script te gebruiken uit het boek ‘Restorative Justice Conferencing’ (Wachtel, O’Connell & Wachtel, 2010, p. 165).

Smull (in Wachtel, 2015) legt uit hoe er met pesten wordt omgegaan binnen CSF Buxmont (Speciaal onderwijs in Pennsylvania). De leerlingen die betrokken zijn geraakt bij het pesten ontmoeten eerst individueel met hun leerlingbegeleider die ze al heel goed kennen. De herstelgerichte vragen worden gesteld aan zowel het slachtoffer als de persoon die de pesterijen uitvoert. De begeleider onderzoekt samen met het slachtoffer hoe dit hem of haar heeft geraakt en wat er moet gebeuren om het goed te maken. De begeleider helpt de leerling die gepest heeft om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar gedrag en om te re-integreren in de klas. Om te re-integreren moet de leerling inzet tonen om zijn of haar gedrag in de toekomst te veranderen. De leerling kan dit aantonen tijdens een persoonlijke ontmoeting wanneer dit passend is bij de situatie. De één-op-één gesprekken met de begeleider kunnen de leerlingen voorbereiden op de mogelijke bijeenkomst.


Opties wanneer een persoonlijke ontmoeting niet gepast is

Wanneer een face-to-face conferentie geen optie is, stelt Molnar-Main et al. (2014) voor om zich te concentreren op de één-op-één herstelbijeenkomsten met de dader en het slachtoffer afzonderlijk. De begeleider kan de persoon die gepest heeft helpen om inzicht te krijgen in zijn of haar gedrag, de impact hiervan op anderen en hem of haar helpen om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar daden. De begeleider kan de leerling die gepest is helpen om zich gesteund te voelen, laten zien dat de begeleider om zijn of haar veiligheid geeft en werken aan zijn of haar zelfvertrouwen.

Uit onderzoek van Nicolaides, Toda en Smith (in Strohmeier, & Noam, 2012) bleek dat de leraren zich het meest vertrouwd voelen in het ondersteunen van de student die het slachtoffer is van pesten en zich minder vertrouwd voelen met het voeren van effectieve gesprekken met de dader om de pesterijen te stoppen. Motiverende gespreksvoering kan een helpende methode zijn bij het voeren van gesprekken met pestende studenten. De methode kan een leidraad zijn voor gesprekken over gedragsverandering. Motiverende gespreksvoering maakt gebruik van de intrinsieke motivatie en kan helpen bij het versterken van de oprechte motivatie om gedrag te veranderen (Cross, Runions, Resnicow, Britt & Gray, 2018). Een andere methode die begeleiding kan bieden in de één-op-één gesprekken is Life Space Crisis Intervention (LSCI). LSCI geeft specifieke richtlijnen voor zowel het slachtoffer als de dader die begeleiders kunnen helpen bij het voeren van gesprekken. LSCI gebruikt crisissituaties als een leerzaam moment. Het helpt leerlingen inzicht te krijgen in de situatie, inzicht te krijgen in hun eigen gedrag en hun gedrag te veranderen (Long, Wood, & Fecser, 2001).

Andere acties die ondernomen zouden moeten worden wanneer er sprake is van pesten zijn het informeren van ouders en voogden wanneer hun kind op enige wijze betrokken is bij het pesten, het monitoren van het pesten en het bieden van toezicht door volwassenen Molnar-Main, et al., 2014).


Conclusie

Wanneer er sprake is van pesten wordt er aangeraden om de betrokken leerlingen eerst afzonderlijk te begeleiden om uit te zoeken wat er is gebeurd, de leerlingen te ondersteunen, uit te zoeken wat zij zelf zouden willen om het probleem op te lossen en de pestende student te helpen zich bewust te worden van de schade die hij of zij heeft aangericht. Ontmoetingen tussen dader en slachtoffer dienen zorgvuldig te worden overwogen en alleen te worden gehouden wanneer de leerlingen hier beiden voor openstaan. De bijeenkomsten moeten goed worden voorbereid. Wanneer een persoonlijke ontmoetingen niet geschikt is, kan de begeleider zich richten op de één-op-één ontmoetingen met de studenten afzonderlijk. Motiverende gespreksvoering of Life Space Crisis Interventie kan hierbij helpend zijn.

References

Cross, D.  S., Runions, K.  C., Resnicow, K.  A., Britt, E.  F., & Gray, C.  (2018). Motivational interviewing as a positive response to high‐school bullying. Psychology in the Schools55(5), 464-475.

Long, N.J., Wood, M.M. & Fecser, F.A. (2001). Life Space Crisis Intervention. Austin, TX: Pro-Ed.    

Molnar-Main, S.  (2014, November 12).  Linking Restorative Practices and Bullying Prevention in Schools [Video file].  Retrieved from

Molnar-Main, S., Bisbing, K., Blackburn, S., Gaikowski, L., Garrity, R.  Morris, C., .  .  .  Singer, J.  (2014).  Integrative bullying prevention and restorative practices in schools: Considerations for practitioners and policymakers.  [Camp Hill, PA]: Center for Safe Schools

Rigby, K.  (2014).  How teachers address cases of bullying in schools: a comparison of five reactive approaches.  Educational Psychology in Practice30(4), 409-419.

Rush, L.  (2014, September 25).  Should people meet face-to-face in the wake of bullying? [Video file].  Retrieved from https://www.youtube.com/watch?time_continue=195&v=Z87PicRzGWg&feature=emb_logo

Smull, B.  (2015, January 22).  Bullying Prevention and Restorative Practices [Video file]. Retrieved from https://www.youtube.com/watch?v=I-oausH-CfU&feature=emb_logo

Strohmeier, D., & Noam, G.  G.  (2012).  Bullying in schools: What is the problem, and how can educators solve it? New Directions for Youth Development2012(133), 7-13.

Wachtel, J.  (2013, March 3).  Sunday video: Bullying and restorative practices.  Retrieved from https://www.iirp.edu/news/sunday-video-bullying-and-restorative-practices

Wachtel, J.  (2015, January 22).  Bullying prevention and restorative practices can work together.  Retrieved from https://www.iirp.edu/news/bullying-prevention-and-restorative-practices-can-work-together

Wachtel, T.  (2012, June 7).  Social Bonding Is Key to Limiting Bullying.  Retrieved from https://www.iirp.edu/news/social-bonding-is-key-to-limiting-bullying

Wachtel, T., O’Connell, T., & Wachtel, B.  (2010).  Restorative Justice Conferencing: Real Justice & The Conferencing Handbook.  Bethlehem, PA: International Institute for Restorative Practices.